Tien vragen over de brugklas

1. In welke klas kom ik?

Gymnasium, atheneum en havo

In welke klas je terecht komt, hangt af van het advies van jouw juf of meester van groep 8 en van het resultaat van je doorstroomtoets. Als je een havo-advies hebt gekregen, kom je in het eerste jaar in een havo-klas terecht. Na het eerste jaar kun je - bij goed resultaat en als de docenten dat bij je vinden passen - nog steeds doorstromen naar het atheneum.

Als je een vwo-advies hebt gekregen, kun je kiezen voor een reguliere vwo-klas die opleidt voor een diploma atheneum. Of je mag na een screening de Plusroute gaan doen. Je kunt dan meteen in leerjaar 1 kiezen voor Gymnasium Plus of Atheneum Plus. In het eerste jaar krijg je dan het vak Classics. Je krijgt dan onderdelen aangeboden van Grieks/Latijn en je leert meer over de cultuur van de Grieken en Romeinen. Na leerjaar 1 krijgen de gymnasium Plusleerlingen Latijn en Grieks. Na leerjaar 1 kunnen de atheneum Plusleerlingen ook nog kiezen voor gymnasium Plus in leerjaar 2. 

2. Hoe weet ik bij wie ik in de klas kom?

Al voor de zomervakantie kom je een middag langs om je nieuwe klasgenoten te ontmoeten. Zo weet je van tevoren al bij wie je in de klas komt.

3. Wat doen we in de eerste schoolweek? Moet ik mijn boeken meenemen?

Voor de eersteklasser begint het schooljaar op het OVC met kennismakingsdagen. Je gaat dan allerlei activiteiten doen met je klas en je mentor om bekend te raken met de school en de omgeving. Na deze dagen ben je helemaal klaar om de eerste lessen te gaan volgen. Dan gaat het echte werken beginnen; pas dan moet je je studieboeken meenemen.

4. Bij wie kan ik terecht als ik vragen heb?

Dat hangt natuurlijk een beetje af wat voor vraag je hebt. Elke klas heeft een mentor. Deze mentor leer je tijdens de kennismakingsdagen aan het begin van het schooljaar kennen. Ook krijg je gedurende het jaar les van je mentor zodat jullie elkaar nog beter leren kennen. Je kunt altijd met vragen bij de mentor terecht.

Ook de conciërges op het OVC zijn goed in het beantwoorden van vragen. Is je band lek? Ben je je rugzak kwijt? Of vind je de weg naar je lokaal niet? Spreek een conciërge gerust aan. Zij bieden een helpende hand. 

5. Welke vakken krijg ik?

Wat in ieder geval even wennen is, is dat je voor ieder vak naar een ander lokaal gaat. Je krijgt veel vakken die je nog nooit hebt gehad. Sommige vakken lijken op de vakken die je nu ook krijgt en sommige vakken heten hier anders. Zo heet gym bijvoorbeeld officieel “Lichamelijke Opvoeding”. Maar we zeggen ook wel L.O., omdat het zo in het rooster staat. Wat op de basisschool “taal” heet, noemen wij Nederlands. Dat kunnen we geen taal meer noemen, want op het OVC leer je namelijk meer talen. In ieder geval ook Engels. Daarnaast mag je twee talen kiezen uit Duits, Frans en Spaans.  Natuurlijk zijn er nog veel meer vakken. Tijdens de Open Dag kun je een kijkje nemen bij de verschillende vakken die we aanbieden.

6. Wat zijn blokuren, tussenuren en mentoruren?

Blokuren zijn dubbele lesuren. Een lesuur op het OVC duurt 50 minuten. Een blokuur bestaat dus uit 2x 50 minuten, zonder pauze tussendoor.

Tussenuren zijn uren die tussen de lessen inzitten waarop je geen les hebt. Bij het OVC proberen we roosters te maken met zo min mogelijk tussenuren. Mocht het toch een keer voorkomen dat een les bijvoorbeeld uitvalt, dan kun je dit uur goed gebruiken om aan je huiswerk te beginnen. Je kunt hiervoor goed in de mediatheek terecht.

Mentoruren zijn de uren dat je les krijgt van jouw mentor. Je ziet je mentor met je hele klas, maar ook apart. Je mentor kun je zien als een soort gids. Je krijgt tips over hoe je het beste kunt leren en hoe je bijvoorbeeld effectief je huiswerk kunt maken. In de persoonlijke gesprekken kun je alles wat je wilt met je mentor bespreken.

7. Krijg ik veel huiswerk?

Tja… wat is veel. Wat de één veel vindt, vindt de ander weinig. Alle docenten op het OVC weten hoeveel huiswerk zij kunnen geven om de leerstof goed en binnen een bepaalde tijd onder de knie te krijgen. Van je mentor krijg je les in het plannen en organiseren van je huiswerk. Als je moeite hebt om dit tempo bij te houden, is het belangrijk dat je dit met je mentor bespreekt. Als het nodig is, kan via de mentor bijvoorbeeld extra steun worden geregeld.

Via SOM, onze digitale leeromgeving, kun je altijd zien wat het huiswerk is. Je ouders kunnen er ook in kijken.

8. Wat kan ik doen tijdens de pauze?

Daar ben je vrij in. Je kunt met een groepje naar buiten gaan of in de aula lunchen. Ook is er in de aula een winkeltje waar je eten en drinken kunt kopen. Eigenlijk gaat niemand meer naar huis, zoals je misschien nog wel in groep 8 deed. Daarvoor zijn de pauzes te kort.

9. Zijn er ook leuke feesten in de brugklas?

Je hoeft je op het OVC zeker niet te vervelen! Er is ook na schooltijd veel op school te beleven. Ook in de brugklas geven we regelmatig een feest. Dan kun je, als je ouders dat goed vinden, in ieder geval lekker dansen en muziek luisteren. 

10. Wat gebeurt er als ik te laat kom?

Als je het eerste uur les hebt, hoor je om 8.30 uur gewoon in de les te zijn. Ga dus op tijd van huis, zodat je op tijd bent voor de les. Houd daarbij ook rekening met vertraging. Als je toch te laat komt, moet je al in de hal uitleggen waarom dat zo is. Vaak moet je je dan de volgende dag om 8.00 uur melden in lokaal 243. Of je krijgt corvee: dus een taak na schooltijd, zoals prikken of opruimen.

Als je bijvoorbeeld door een dokters- of een tandartsafspraak te laat komt, vraag je ouders dan om dit door te geven via een mail aan de absentenadministratie.

email absentenadministratie@ovc.asg.nl